Overdag, wanneer licht gebruikt kan worden als energiebron, wordt er enorm veel energie vastgelegd onder de vorm van ATP en NADPH. Hierbij komt zuurstof vrij als afvalproduct.
Verloop van de lichtreacties:
Bladgroenpigmenten (chlorofyl a, chlorofyl b en carotenoïden) bevinden zich in de fotosystemen en zijn in staat lichtenergie om te zetten in chemische energie waardoor een aantal reacties kunnen doorgaan.
Door fotosysteem II krijgen twee elektronen uit chlorofyl a een energiestoot en worden ze via een hele reeks van elektronendragers overgebracht naar fotosysteem I. De ontbrekende elektronen worden aangevuld door splitsing van water.
De zuurstofmoleculen verlaten de cel (zuurstof wordt geproduceerd!), maar de concentratie aan H+-ionen wordt groter in de thylakoïdruimte.
Tijdens de overdracht van de elektronen naar fotosysteem I wordt de energie die ze verliezen gebruikt om nog meer H+-ionen in de thylakoïdruimte te pompten (via de protonenpomp).
In fotosysteem II krijgen de elektronen een tweede energiestoot waardoor ze ter hoogte van NADP-reductase kunnen reageren met NADP+ en H+ tot NADPH.
Het teveel aan protonen in de thylakoïdruimte kan via ATP-synthase terugstromen naar het stroma. Het eiwit reageert als een 'dynamo' en produceert ATP.
Hieronder een volledig overzicht van de lichtreactie:
Besluit: tijdens de lichtreactie ontstaat zuurstof, NADPH en ATP. NADPH en ATP zijn nodig in de donkerreacties om glucose te vormen.